In de nieuwe wekelijkse rubriek Talk of the town bespreekt Vers Beton iets dat speelt in de stad. Deze week: de ongepaste grap en woordkeuze van burgervader Aboutaleb tijdens een tafelgesprek over het koloniaal en slavernijverleden.

Er valt een ongemakkelijke stilte aan tafel. Durft iemand aan de ronde tafel het aan om de burgemeester te wijzen op de ongepastheid van zijn anekdote? De burgemeester die alweer in zijn derde termijn zit en is verkozen tot ‘de beste burgemeester van de wereld’.
Niemand durft het aan. Het blijft stil.
Burgemeester Aboutaleb nodigde op 17 mei verschillende Rotterdammers in het Stadhuis uit voor rondetafelgesprekken over het koloniaal en slavernijverleden. Het ging over de betekenis van de eerder gemaakte excuses op 10 december 2021 en hoe de stad hier verder mee aan de slag kan gaan. En over hoe de tot nu toe ingezette acties voor herstel en reparatie van dit verleden geslaagd zijn.
Tussen de ongeveer 60 genodigden zaten onder andere oud-politici, journalisten en mensen uit de culturele sector die betrokken zijn bij dit onderwerp. De gesprekken vonden plaats in de Burgerzaal aan verschillende tafels. Aan één van die tafels met tien mensen, louter mensen van kleur en voornamelijk zwarte vrouwen, opende Aboutaleb het gesprek met een anekdote. Hij was eens, zo vertelde hij, op een gelegenheid met een behoorlijke meerderheid van witte mensen, toen hij constateerde dat er één zwarte man aanwezig was. De burgemeester wilde het ijs breken en grapte tegen hem: “Heb jij ook te lang onder de zonnebank gelegen?” De anekdote wordt beantwoord met een ijzige stilte.
Ik hoor de verontwaardiging in de stem van de aanwezige die me dit een dag later vertelt. Ik verifieer het verhaal nog eens bij een ander die erbij was. Die vertelt hetzelfde. En het werd zelfs nog opvallender.
Want vervolgens gebruikt Aboutaleb tijdens het rondetafelgesprek meermaals het woord ‘blank’. Het zal velen niet ontgaan zijn dat er al jaren een publiek debat is over het vervangen van het woord ‘blank’ door ‘wit’, als het gaat om de verwijzing naar huidskleur. De reden is dat blank een positieve connotatie heeft en associaties oproept met rein, onbevlekt en schoon. Het woord zwart daarentegen niet. ‘Wit’ is daarom de neutralere tegenstelling van ‘zwart’.
Durft iemand aan tafel de burgemeester te attenderen op dit debat? Een debat dat ook gaande is in zijn stad waar volgens het CBS 52,3 procent van de inwoners een migratieachtergrond heeft.
Ja, deze keer durft iemand dat. “U bedoelt geen blank maar wit”, zegt een dame aan tafel.
Aboutaleb reageert geprikkeld: “Ik wil niet veroordeeld worden op mijn woorden maar op mijn daden.” En vervolgt het gesprek weer. De burgemeester heeft duidelijk een gesprek voor ogen waarin hij de leiding heeft, in plaats van een werkelijk rondetafelgesprek.
In de uitnodiging van de tafelgesprekken stond nog wel dat “een belangrijk onderdeel van deze acties is dat we het gesprek met elkaar over het verleden en de plek die dit verleden heeft in de toekomst, moeten voeren.” Burgemeester Aboutaleb wilde praten over ingezette acties zoals het verwerken van transgenerationele trauma’s van nazaten van tot slaaf gemaakten. Maar op het moment dat hij waardevol tegengas krijgt nadat hij meermaals een omstreden woordkeuze maakt, is zijn reactie alles behalve zelfkritisch. Hij lijkt zich er niet van bewust dat taal mee-evolueert met de tijd. Of lapt hij de taalevolutie – en de bijdrage van de scherpe en dappere dame – aan zijn laars?
Bij het begin van zijn derde termijn in februari 2021 had hij zich nog zo voorgenomen om goed te blijven luisteren naar wat er speelt. “Het risico bestaat dat mensen niet bereid zijn kritisch mee te denken omdat ze er wellicht van uitgaan dat met hun kritiek weinig zal gebeuren”, schreef hij aan de raad.
Nee burgemeester, mensen zijn wel degelijk kritisch, maar als beste burgemeester van de wereld moet je er wel naar willen luisteren.
Al één reactie — discussieer mee!
Taalevolutie betekent dat het taalgebruik door de bevolking zelf veranderd, niet dat een taalcommissie of een groep Nederlanders eist dat een woord niet meer gebruikt wordt omdat men anders gekwetst is. Ik noem mijzelf blank en niet wit. Dat er een groep is die dat associeert met reinheid laat ik bij die groep. Ik ken het verleden van mijn familie, ik ken mijzelf, ik weet wat mijn land in het verleden heeft gedaan. Ik heb nooit gevonden dat blank Rein of onschuldig betekent. Ik vind ook niet dat ‘zwart’ een negatieve connotatie heeft. Ik vind juist dat we het gepercipieerde conflict vergroten door steeds zaken tegenover elkaar te zetten: wit tegenover zwart, man tegenover vrouw, Jong tegenover oud, hetero tegenover LGBTQ. Wanneer ik mensen zou kwetsen dan ga ik graag daarover een gesprek aan. Maar ik zou het evengoed prettig vinden als ik ook voor mijzelf mag bepalen hoe ik wil dat ik wordt aangeduid: blank en niet wit. Juist omdat ik niet tegenover de ander wil komen te staan!