Dit jaar is alweer de tiende editie van het openlucht filmfestival Roffa Mon Amour. In aanloop hiernaar zijn er ‘minifestivals’ op verschillende locaties in Rotterdam. Lisa Smith, medeoprichter en directeur, vertelt over de afgelopen tien jaar Roffa Mon Amour en de viering van deze mijlpaal.
Lisa Smith, dan drieëntwintig, begint samen met een vriendin tien jaar geleden het openlucht filmfestival Roffa Mon Amour. “De naam Roffa Mon Amour is een afgeleide van de Japanse film ‘Hiroshima mon amour’. De liefde voor de stad zit in de naam, maar dus ook de liefde voor film.”
Wat Smith vooral vindt in films is energie, dat maakt voor haar het medium blijvend interessant. “De eerste film die blijvende indruk op mij heeft gemaakt was Lilya 4-ever (2002). Ik denk dat ik een jaar of twaalf was toen ik hem zag. De film is een diep triest verhaal over een meisje dat verliefd wordt op een loverboy. Uiteindelijk moet zij naar Scandinavië en wordt sekswerker. Dit was denk ik de eerste keer dat een film mij heeft laten zien hoe zoiets naars eraan toe kan gaan.”
“Ik was 23 toen ik dit begon. Zelf dingen opzetten, zeker in Rotterdam, is echt wel een uitdaging. We zijn begonnen door gewoon te doen. We hebben een projectplan geschreven en subsidies aangevraagd. Toen we de eerste subsidie hadden dachten we van: ‘Nou, dan kunnen we in ieder geval iets doen’. Omdat we jong waren konden we klein beginnen. Ik denk dat het voor ons toen heel goed heeft uitgepakt. Ja, je wilde gewoon vooral iets gaan neerzetten. We waren nog minder bezig met de vraag: Wat wordt het professioneel gezien? Ik denk dat het toch wel getuigt van doorzettingsvermogen dat we er na tien jaar nog zijn.”
Nog geen reactie — begin de discussie!