Vandaag opent International Film Festival Rotterdam weer live na twee online edities. Onderdeel RTM heeft dit jaar drie lokale gastcuratoren die het programma komende vrijdag 27 januari in LantarenVenster samenstellen. Fay van der Wall spreekt de curatoren over het filmklimaat in de stad en het samenstellen van het RTM-programma.

Ooit moest je hard zoeken om een Rotterdamse film te vinden op IFFR, maar in 2018 kwam daar verandering in. Sinds die editie staat er een vaste dag op het programma, geheel in teken van de makers en films met een band met deze stad. Dit jaar wordt dat programma voor het eerst gemaakt door een team van drie externe curatoren, elk met een eigen invalshoek en expertise. Vers Beton spreekt Noémi Biró, Cheryl Ashruf en Nizar el Manouzi over het programma, de samenwerking en het Rotterdamse filmklimaat.
Hoe zijn jullie betrokken geraakt bij IFFR?
Ashruf: “IFFR had een open call voor RTM-curatoren, daar heb ik op gereageerd. Ik ben actrice en werk al zo’n 25 jaar in film en televisie. Ik ben ook beginnend filmmaker en werk nu aan een korte film en het script voor een speelfilm.”
Biró: “Ik heb eerder op IFFR als vrijwilliger gewerkt, als laatste bij het Art Directions programma. Dat heeft er mede toe geleid dat ik dit jaar gevraagd ben om onderdeel van het team van curatoren voor RTM te zijn. Nadat ik als grafisch ontwerper afstudeerde aan de Willem de Kooning Academie, ging ik steeds meer interdisciplinair werken. Ik ben onderdeel van het Rotterdamse kunstenaarsplatform Time Window, waarmee we veel samenwerken en evenementen organiseren.”
El Manouzi: “Ik werk als acteur, presentator en beginnend producent en vanuit die achtergrond ben ik denk ik gevraagd om curator te zijn. Ik ben geboren en getogen Rotterdammer en heb heel veel affiniteit met de stad en de verhalen die er leven en hoe die in film terug te zien zijn.”
Hoe verliep het samenstellen van het programma?
Ashruf: “Het was voor mij best wennen aan de positie waarin ik het werk van andere mensen moest beoordelen. Die taak heb ik met veel zorg en aandacht opgepakt, want je weet dat de filmmaker dat ook in zijn werk stopt. We hebben alle drie een andere achtergrond, qua opleiding, werkervaring, maar ook cultureel. En ik ben wat ouder dan de anderen. De eerste kijksessie hebben we gezamenlijk gedaan. Dat was een goede manier om elkaar te leren kennen. We hadden gelukkig al snel door dat we goed konden samenwerken en onze meningen goed konden delen. Natuurlijk waren er wel discussiepunten, maar daar konden we met gesprekken uit komen.”
El Manouzi: “Het gaat er om dat je voorbij je eigen smaak of voorkeur denkt en voor ogen houdt hoe een film in het geheel van het programma past. Hoe een film Rotterdam representeert ook, in het palet van verschillende perspectieven dat we laten zien. Met de selectie van films zijn we daarna het programma gaan maken. We hebben onderzocht wat de verbindende lijnen tussen de films waren, welke thema’s er uit het geheel naar voren kwamen. Maar ook juist naar de unieke kanten van de films.”
Ashruf: “We hebben bij het maken van het programma steeds het publiek in ons achterhoofd gehad. Niet alleen een publiek dat toch wel naar IFFR komt, ook publiek dat toevallig binnenkomt of wat meer gelokt moet worden.”
Biró: “We willen ook graag filmmakers in verschillende fases van hun carrière bij elkaar brengen: net afgestudeerd, autodidact, of al met een derde speelfilm bezig.”
Nog geen reactie — begin de discussie!