In Talk of the town bespreekt Vers Beton wekelijks iets dat speelt in de stad. Deze week: Aladin in de Afrikaanderwijk is niet alleen een mode- maar ook een buurthuis. Wie gaat dat in stand houden?
Als ik bij Modehuis Aladin binnenstap, maakt een vrouw net een praatje met de eigenaar. Aladin is een winkel waar de hele buurt en omstreken komt voor kledingreparatie, stomerij, pakketjes halen of brengen en kledingverkoop. Het gesprek tussen klant en winkeleigenaar gaat over een paar prachtige geruite doeken in alle kleuren van de regenboog die aan elkaar genaaid moeten worden tot een lange sjaal, en over een jurk die vermaakt moet worden. Waar komen de naden, en er wordt gekozen voor een Engelse zoom?
“Ik houd van feestjes en dan wil ik er mooi uitzien”, zegt de klant die Helen blijkt te heten. Als de jurk en de sjaal afgerekend zijn, gaat het gesprek verder over Helens aanstaande reis naar Suriname. Even de Nederlandse kou ontvluchten. Het ticket was niet goedkoop, maar liefst 1200 euro. Maar dat haalt ze er wel uit door de besparing op energiekosten hier in Nederland. “En als dat niet zo is, dan ga ik toch. Alles is duur. En geld kan ik toch niet meenemen naar mijn begrafenis!”
Zo gaat het altijd bij Aladin. De eigenaar, Renate, maakt met iedereen een praatje. Vaak strijken klanten even neer in een van de stoelen bij de tafel met de naaimachine, een PFAFF die al 65 jaar oud is (“een hele goeie, industrieel”). Aladin is een modehuis, maar daarnaast óók een buurthuis waar mensen van alle leeftijden en alle nationaliteiten met elkaar een gesprek aanknopen. Behalve de topkwaliteit van het werk dat Renate aflevert, is dat zeker ook een reden voor mij om al zolang trouwe klant te zijn. De schok was groot toen ik bij een bezoekje hoorde dat Renate ermee wil stoppen.
Nog geen reactie — begin de discussie!