Buurtbewoners trekken hem gretig uit de brievenbus, of gooien hem gelijk in de papierbak. Welke rol speelt de buurtkrant in het digitale tijdperk, als het gaat om lokale nieuwsvoorziening en communicatie tussen overheid en wijkbewoners? Kan hij opboksen tegen social media en digitale platforms, of heeft hij zijn beste tijd gehad?
“Ha, daar is hij weer!”, roepen Schiebroekenaren als Margot Leeninga, het blad Leven in Schiebroek (LiS-magazine) in de wijk uitdeelt. Leeninga is redacteur van LiS-magazine en geniet van het enthousiasme van buurtgenoten bij de verschijning van een nieuw nummer van het blad. Volgens sommigen is het ‘de Libelle van Schiebroek’, volgens Leeninga een blad met achtergrondartikelen over wat leeft in Schiebroek, zoals de ontwikkelingen rond het vliegveld: “Het geeft bewoners inzicht in wat er gebeurt in hun directe woonomgeving. Ze weten de redactie te vinden, Schiebroek is een dorp waar iedereen elkaar kent.”
LiS-magazine verschijnt sinds 1956, uitgegeven door Stichting Schiebroekse Gemeenschap (inmiddels Bewonersorganisatie Leven in Schiebroek), een wijkorganisatie opgericht door notabelen die na de oorlog wilden bijdragen aan samenlevingsopbouw. De meeste wijkkranten bestaan sinds de jaren zeventig, toen wijkbewoners zich organiseerden in bewonersorganisaties. Actieve vrijwilligers maakten de kranten, ondersteund door professionals vanuit gemeentelijk gesubsidieerde opbouwwerk-organisaties. Buurtkranten zorgden voor de communicatie tussen bewonersorganisatie, buurtbewoners, buurthuizen en bedrijven in een wijk.
De meeste van de 71 Rotterdamse wijken hebben een buurtkrant, gerund door vrijwilligers. In een aantal wijken zijn kranten omgevallen. Wegbezuinigd, zoals redacteuren van de Overschiese Krant via de site laten weten. Of de rek is eruit, door gebrek aan vrijwilligers, zoals een redacteur van de Middellandpost verklaart. Velen krijgen geld uit de pot voor bewonersinitiatieven, fondsen en advertentie-inkomsten. Redacteuren maken de krant op basis van tips van buurtbewoners, organisaties en winkeliers. Sommige redacties zetten voor foto’s en vormgeving ook beroepskrachten in. Veel kranten verschijnen online op een website, of hebben een Facebook-pagina.
Nog geen reactie — begin de discussie!