Opinie
Knappe Rotterdammer die niet verdwaalt in het regeltjeswoud van ons armoedebeleid. Tegen de tijd dat je als jongere hebt uitgevogeld of je in aanmerking komt voor het Jeugdtegoed en waar je dat dan precies aan mag uitgeven, ben je rijp voor het AOW-tegoed. Onderzoeker Gijs Custers, onder andere verbonden aan de Rotterdamse Armoedebestrijdingsbeweging, pleit voor eenvoudiger beleid.

Het armoedebeleid staat de laatste jaren hoog op de Rotterdamse politieke agenda. En dat is maar goed ook, want ondanks de toegenomen gentrificatie blijft Rotterdam de armste stad van Nederland. Toch komt langetermijnbeleid maar lastig van de grond. En zondagavond stapte Enes Yigit, verantwoordelijk wethouder voor armoedebeleid, ook nog op wegens aanhoudende kritiek op zijn functioneren. Slecht nieuws voor Rotterdammers met een krappe beurs want verbeteringen laten nu nóg langer op zich wachten. Of gloort er hoop? Want Yigiz’ vertrek kan ook een kans zijn om het huidige armoedebeleid over een heel andere boeg te gooien.
Schrijnend voorbeeld
Door bezuinigingen op basisvoorzieningen piept en kraakt het op het gebied van bestaanszekerheid steeds meer. Maar er is ook ‘systeemstress’: mensen lopen vast in wet- en regelgeving waardoor hun vertrouwen in het systeem afkalft. Het toeslagenschandaal is daar een schrijnend voorbeeld van. Omdat mensen niet meer weten waar ze aan toe zijn, gaan ze voorzieningen mijden om maar niet (verder) in de problemen te raken. En dat terwijl het systeem juist voorspelbaar, toegankelijk, uitvoerbaar en houdbaar moet zijn, zo bleek uit onderzoek van de Commissie sociaal minimum, in opdracht van de regering.
Yigiz’ vertrek is een kans om het huidige armoedebeleid over een heel andere boeg te gooien
De plannen van het Rotterdamse armoedebeleid richten zich vooral op toegankelijkheid. Daarvoor werden speciale ‘promoteams’ bedacht: ambtenaren die bijvoorbeeld op de markt Rotterdammers met een laag inkomen aanspreken om te checken of ze recht hebben op voorzieningen en ze daarna helpen met de aanvraag ervan. Omdat het huidige college ook weer stevig inzet op fraudebestrijding in de bijstand – ondanks alle kritiek van de afgelopen jaren op het gebruik van stigmatiserende algoritmes – is het dus theoretisch mogelijk dat iemand ‘s ochtends op de markt door een ‘promoteam’ wordt aangesproken om inkomensvoorzieningen aan te vragen en ‘s middags thuis bezoek krijgt op verdenking van bijstandsfraude. Dat is op zijn minst ambivalent te noemen. Maar daar heeft de gemeente geen last van, het is de burger die hiermee moet dealen.
Nog geen reactie — begin de discussie!