Opinie
Hoe mooi onze skyline en torens ook zijn, zijn ze nog wel van álle Rotterdammers? Hoogbouw lijkt steeds meer een elitair verschijnsel, slechts bestemd voor de happy few. Eeva Liukku vraagt zich af: waar bouwen we nou een stad voor, de inwoners of het plaatje?
“Wonen hier ook ménsen?” – Ik zie het nog voor me, de vrouw stond op de Binnenrotte en wees naar de Statendam, de woontoren tegenover de Centrale Bibliotheek. Ze was voor het eerst in Rotterdam en ik had net een uur met haar door de stad gefietst als stadsgids. In mijn herinnering kwam ze uit Amersfoort, maar het kan ook Nieuwegein zijn geweest. “Jawel,” zei ik, “ik ben zelf ook opgegroeid in het centrum, in een flat met een klein balkonnetje.” Ze keek me vol medelijden aan. “En ik heb er ook niets aan overgehouden, hoor”, voegde ik eraan toe.
De belofte van vooruitgang
Ik kon best genieten van deze situatie, als Rotterdammer. Heel Nederland woont het liefst aan pittoreske grachtjes of kneuterige jaren dertig wijken met een voor- én achtertuin. Wij wonen in naoorlogse flats met balkons en vinden dat de normaalste zaak ter wereld. Ik denk dat ik me er zelfs een beetje, ja, een béétje beter door voelde dan de gemiddelde Nederlander. Wij Rotterdammers, zo vond ik, wisten pas écht wat het betekent om in een grote moderne stad te wonen.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Hoogbouw, van meer dan 100/150 meter is duurder en maakt de logistieke problemen groter. In een in omvang en prijsklassen beperkte markt heeft het weinig zin. Integendeel. Het leidt bij handhaving van de grondprijs per m2 woning tot minder kwaliteit. Daarom zien de gelikte artist impressions er na realisatie ook minder fraai uit. De ‘super hoogbouw’ (van 250/350 meter, mondiaal gezien nog laag) is een doorgeslagen hobby van Stadsontwikkeling.
George geheel mee eens. Ik weet dat de Rotterdam skyline promotors zo heb ik ervaren hier geen adequaat antwoord op hebben. De Zalmhaventoren bewijst jouw stelling,