Achtergrond
Duizenden uitzinnig dansende mensen, culinair genot bij foodtrucks of culturele verrijking op De Parade: festivals brengen levendigheid in de stad. Tegelijkertijd nemen ze de publieke ruimte in. Zoals op pleinen en parken waar bewoners ontspannen of de hond uitlaten. Van wie is de publieke ruimte?
Het grasveld aan het Heemraadsplein wordt onderbroken door een meterslang zwart hek dat als afscheiding dient tussen de wijk en een festival dat wordt opgebouwd. Afgelopen festivalzomer aanschouwde bewoner Léon van Geest deze situatie vol verbazing. “De wijk keek een week lang tegen een zwarte muur aan. Toen het festival werd afgebouwd, stond er een dag later alweer een nieuw festival met hekken”, vertelt Van Geest nippend aan een kop koffie.
Hij ergerde zich aan het volgens hem ‘gesloten karakter’ van het festival en besloot zijn gedachten te delen op LinkedIn. “Als een evenement tussen dichte hekken staat en geen relatie aangaat met de wijk, wat is dan nog de meerwaarde van een centrale locatie waar veel mensen wonen?’’, schreef hij. Inmiddels heeft zijn post meer dan honderd reacties en vele reposts opgeleverd. “De discussie leeft in de stad en veel mensen herkennen het”, licht Van Geest toe.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Tijdens de opmaat naar de parapluherziening heb ik een goede inhoudelijke discussie met bewoners gemist, maar de evaluatie brengt de discussie gelukkig alsnog op gang. De mate waarin festivals een interactie met de omgeving aangaan is een graadmeter voor de mate van succes en kwaliteit. Festivals als o.a. Wereldhavendagen (havens) , dag van de romantische muziek ( park) en MoMo (stad) onderstrepen dat ieder jaar weer. Zonder die relatie met de omgeving is het inderdaad een UFO die neerdaalt en schroeiplekken achterlaat. De snelle opkomst van commerciële festivals en – horeca programmering in de openbare ruimte, programmering met een beperkte culturele betekenis, verstoort de balans tussen rust & reuring en ondermijnt het zorgvuldig opgebouwde draagvlak door de culturele festivals.
De balans wordt nu te vaak in ‘aantallen, omzet, risicoprofiel, openingstijden en decibels’ uitgedrukt, maar het gaat uiteindelijk om inhoudelijke betekenis voor bezoekers en omgeving met behoud van draagvlak. Dat vereist -meer dan borg- regie en een goed inhoudelijk gesprek met festivalorganisatoren. Gérard Steenbergen ( bewoner en festivalorganisator)
Volgens mij leidt toegenomen frustratie in de omgeving ook tot meer regeldruk en daarmee minder ruimte/toegankelijkheid voor ‘starters op de festivalmarkt’. Denk aan een MOJO die kapitaalkrachtig is en zonder al teveel moeite een bureau kan inhuren om een ecologische effectanalyse uit te laten voeren die in hun voordeel uitvalt (want zij mogen zelf opdrachtgever zijn, zie ook https://www.bis.rotterdam.nl/modules/1/WOO%20verzoeken/873450). Je zou bijna hopen dat regeldruk wordt gerelateerd aan de kapitaalkracht van organisatoren – dan voorkom je dat het een gesloten UFO ding wordt waar NIMBY syndroom logisch op volgt, zonder daarmee het enthousiasme van kleinere organisatoren te beschadigen.
En het idee hierboven vind ik ook goed: stel eisen aan het aantal relaties met de omgeving. Ik herinner me Dekmantel die in 2019 in Sao Paolo een festival organiseerde zonder ook maar één Latijns-Amerikaanse artiest (https://mixmag.net/read/dekmantel-latin-america-criticism-response-news/). En dat voor een festival waar iedereen het belang van culturele uitwisseling (en antikolonialisme) met de mond belijdt. Ik vraag me ook af hoe de lokale bevolking van Tisno (Kroatië) denkt over het feit dat eind zomer het dorp overladen wordt met (veelal Noord-Europese) Dekmantel bezoekers. Economisch fijn voor ondernemers, maar culturele uitwisseling? En zo zit er nog wel meer spanning in de ideologie van festivalbezoekers en de effecten van hun festivalbezoek, ook als je naar biodiversiteit kijkt. Aan een diversiteit aan organismen blijkt de publieke ruimte zo in elk geval niet toe besteed.
Last but not least: binnenkort is het voor de gemeente verplicht om beschikkingen te publiceren (vanuit de Woo). Zou mooi zijn als een slimme data-journalist daar eens een overzichtje uit haalt en dat plot op een kaart van Rotterdam door de tijd. Daar zou je allerlei mooie inzichten uit kunnen halen, zoals concentratie van festivals in sociaal-economisch minder sterke gebieden, of de mate waarin thema’s van festivals overeenkomen met de voorkeuren van mensen die in de omgeving wonen.
Helemaal eens met Gérard Steenbergen: “Dat vereist -meer dan borg- regie en een goed inhoudelijk gesprek met festivalorganisatoren”.
En die regie mag van mij naast inhoudelijk (stoppen met louter horeca-evenementen als kip-wijn-bierfestivals) ook heel praktisch zijn:
De vergunningverleners zouden wat meer achter hun bureau vandaan mogen komen om te zíen en horen wat er werkelijk gebeurt, en naar aanleiding daarvan op maat afspraken maken.
Dus toezicht – handhaving op decibellen en logistiek vanuit bureau vergunningen tijdens opbouw, afbreken en festivaldag(en), want schade voorkómen, zowel fysieke schade aan bv parken als goodwill bij omwonenden, lijkt me te prefereren boven achteraf de rekening presenteren aan de organisator.