Rotterdam kent een aantal foute burgemeesters. Ze handelden in mensen, hadden banden met de VOC of WIC en werden aangesteld om de winst uit suikerrietplantages veilig te stellen. Loulou Drinkwaard maakte een lijst.

Op 9 januari 2024 maakte Ahmed Aboutaleb op de nieuwjaarsreceptie zijn afscheid als burgemeester van Rotterdam bekend. Tijd om stil te staan bij wie hij wel en niet was voor de stad én tijd om vooruit te kijken: wie wordt onze nieuwe burgemeester? Maar ook tijd om terug te gaan in de tijd. Aboutaleb maakte excuses voor het Rotterdamse slavernijverleden. Maar wat deed hij daarna? En hoe verhielden zijn voorgangers zich tot de handel en uitbuiting van Afrikaanse mensen?
Familie De Mey
Aan het einde van de 16e eeuw bestond het Rotterdamse stadsbestuur uit de ondernemersklasse van de stad. De broers Jan en Jacob de Mey vestigden zich begin 17e eeuw in Rotterdam en begonnen een suikerraffinaderij. De bekende Rotterdamse regentenfamilie verdiende haar geld met de Trans-Atlantische mensenhandel, op hun suikerrietplantages waren talloze tot slaaf gemaakten gedwongen voor hen aan het werk. De familie De Mey leverde regelmatig een burgemeester aan Rotterdam, om zo haar winsten te verzekeren.
Later vertrok Jacob de Mey met zijn gezin naar Curaçao. Zijn (klein)kinderen werkten nog verschillende generaties voor de West-Indische Compagnie (WIC). De populaire uitgaansbuurt in Curaçao Pietermaai is nog vernoemd naar Pieter de Mey.
Familie Van Belle
Ook de familie Van Belle handelde in mensen en was onderdeel van het Rotterdamse stadsbestuur. Josua van Belle was zelfs een bekende Rotterdammer. Hij had zijn fortuin gemaakt als mensenhandelaar in het Spaanse Cádiz, via Curaçao. Vanaf 1680 zet hij zijn werk voort vanuit Rotterdam. Hier machtigt hij zijn broer om tot slaaf gemaakte Afrikanen te gaan leveren aan Jamaica. In 1675 trouwt Josua van Belle met de Rotterdamse burgemeestersdochter Ida Catharina van der Meyden. Van Belle werd meerdere malen burgemeester van Rotterdam.
Familie Cossart
Jean Cossart maakte ook deel uit van het Rotterdamse stadsbestuur. Hij verzorgde de lading voor twee Franse slavenschepen. De schepen werden in Rotterdam klaargemaakt voor de driehoeksvaart; de reis naar West-Afrika om daar Europese goederen te ruilen en verkopen voor gevangengenomen Afrikanen. Vanuit Angola werden zij verscheept naar Amerika en tewerkgesteld op plantages. De oogst van die plantages werd weer verscheept naar Europa voor de verkoop. Cossarts beide schepen voeren met in totaal 983 tot slaaf gemaakte Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen naar Saint Domingue (nu Haïti). 68 van de tot slaaf gemaakten stierven aan boord.
Zo vader, zo zoon: ook Jean Cossarts zoon Jacob (1713-1780) nam deel aan de slavenhandel. Hij was meerdere malen burgemeester van Rotterdam en werd in 1775 benoemd tot bewindhebber van de VOC-kamer in Rotterdam.
Pieter Paulus
Sinds het begin van de Trans-Atlantische mensenhandel verzetten zwarte mensen zich al tegen dit onrecht. Door van boord te springen, te vluchten, plantages te saboteren of door opstanden te organiseren. Langzamerhand drongen al die vormen van Zwart verzet ook door in Nederland en Rotterdam. In de tweede helft van de 18e eeuw werd de roep om afschaffing van de slavernij ook in Rotterdam steeds luider.
Een groeiende groep Rotterdammers vond slavernij niet samengaan met het christendom en de idealen van de Verlichting. Er verschenen pamfletten, (vertaalde) anti-slavernijboeken, er werden toneelstukken opgevoerd en gedichten publiekelijk voorgedragen. Pieter Paulus was advocaat, en later burgemeester van Rotterdam. In 1796 wees hij slavenhandel en slavernij af. Hij vond het in strijd met het christelijk geloof.
Ahmed Aboutaleb
In 2021 bood Aboutaleb namens het college van B&W excuses aan over het Rotterdamse slavernijverleden. Hierna organiseerde hij ontmoetingstafels in het stadhuis, die soms ongemakkelijk waren, en riep een fonds in het leven waarmee makers en onderzoekers subsidie konden aanvragen voor hun projecten over de doorwerking van het slavernijverleden.
Tijdens zijn ambtsperiode wonen in Rotterdam de meeste gedupeerden van het toeslagenschandaal. Er is discriminerende woningwetgeving vernoemd naar onze stad: de Rotterdamwet, en het gemeentebestuur draagt racisctisch woonbeleid uit. Onder Aboutaleb’s voorzitterschap van de veiligheidsdriehoek raakte de Rotterdamse politie in opspraak vanwege racistische incidenten. Excuses zijn een vorm van erkenning voor de doorwerking van het slavernijverleden, maar een adequate aanpak voor meer veiligheid en gelijkheid voor nazaten van het slavernijverleden bleef uit.
De nieuwe burgemeester
Onze nieuwe, nog onbekende burgemeester zal zich moeten verhouden tot het Rotterdams slavernijverleden: volgens cijfers uit 2021 heeft een op de acht Rotterdammers voorouders die ooit tot slaaf gemaakt zijn in het Atlantisch gebied; meer dan in welke Nederlandse stad ook. Daarbij stammen veel Rotterdammers af van volken die moesten opdraaien voor de financiële na schade de afschaffing van de slavernij. Zoals de contractarbeiders in Suriname en vluchtelingen van het Afrikaanse continent. Deze mensen zijn hier, omdat Rotterdammers daar waren. Laten we hopen op een burgemeester die een toekomst ziet voor Rotterdam waarin we dit verleden erkennen en samen bouwen aan een veilige, gelijkwaardige stad voor alle Rotterdammers.
Talk of the Town is de wekelijkse column van Vers Beton. Hierin schrijft een redacteur over iets dat speelt in de stad.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Dit stuk zou beter als column kunnen worden geplaatst ipv politiek. Het is een erg sturend en termen als goed en fout zijn historisch en ook journalistiek van weinig waarde.
Hoop zelf trouwens ook dat onze toekomstige Burgermeester tegen slavernij is.
Goed gezien, Dennis. De Talk of the Town is ook onze wekelijkse column. Hierin mogen redacteuren wat vrijer schrijven, en hun mening geven.
Om dat duidelijker te maken plaatsten we voortaan een kadertje onder het stuk, met uitleg.
Hartelijke groet, Astrid Standhardt (eindredacteur Vers Beton)