Essay
Ter ere van de Boekenweek buigt dichter en publicist Frank Keizer zich in dit essay over de literaire en culturele staat van de stad. En die is deplorabel, volgens Keizer. Wat zegt het dat gentrificatie de belangrijkste drijvende kracht is achter de culturele opleving van de stad?
Vijftien jaar geleden stelde de inmiddels naar Den Haag uitgeweken schrijver Marcel Möring in een opiniestuk in NRC dat Rotterdam niet aantrekkelijk genoeg was voor de cultureel georiënteerde, hoogopgeleide middenklasse. Er waren maar twee fatsoenlijke boekhandels, een concertgebouw, een klein filmhuis en een serieus theater.
Om de middenklasse aan te trekken of te behouden moest Rotterdam een culturele infrastructuur aanleggen. In een panelgesprek waarbij ook Marco Pastors aanschoof werd onomwonden opgeroepen tot wat toen niet, maar nu wel algemeen als gentrificatie zou worden betiteld. Vijftien jaar later kunnen we vaststellen dat aan de wens van Möring ruim baan is gegeven. De voorbije jaren kwamen er tal van hoogopgeleiden naar Rotterdam en de stad profileert zich, helemaal in de logica van de interstedelijke concurrentie, als een opwindende metropool. Op elke straathoek van Rotterdam word je eraan herinnerd dat je in Rotterdam bent en dat het hier gebeurt. Ook op literair vlak, de stad telt inmiddels meer dan vijftien boekhandels. Alles moet uitstralen dat Rotterdam geen cultureel braakland is, maar het hippe centrum van urban culture in Nederland. Het is een succesvolle PR-campagne, maar achter die façade gaan heel andere werkelijkheden schuil.
Alles moet uitstralen dat Rotterdam het hippe centrum is van urban culture. Maar achter die façade gaan heel andere werkelijkheden schuil
Het gebrek aan cultuur in Rotterdam heeft diepe historische wortels. Er is waarschijnlijk van oudsher geen stad in Nederland die zo beheerst wordt door handel, bedrijvigheid en industrie als Rotterdam, met de haven als het belangrijkste brandpunt. In een klein land als Nederland moest de stad bovendien het culturele monopolie aan Amsterdam laten, waar een oude gevestigde burgerij bestond die een grote politieke en culturele continuïteit waarborgde, die in Rotterdam ontbrak en die kunstenaars uit het hele land aantrok.
Rotterdam is daarentegen de stad met het grootste achterland van Nederland. Veel arbeiders die in Rotterdam aankwamen, kwamen rechtstreeks van het platteland, of dat platteland nu in Zeeland, Brabant, Kaapverdië, Suriname of Marokko lag. Het lag niet voor de hand dat uit deze groepen mensen, die volkomen ontworteld in een stedelijk milieu belandden, een cultuur van boeken en schone kunsten zou ontstaan. Hard werken en een beter bestaan opbouwen was het doel.
Meer dan in Amsterdam werd cultuur met een hoofdletter C in Rotterdam zo als een dure, ‘elitaire’ bovenbouw beschouwd. En doordat Rotterdam een snelle modernisering doormaakte, drukte daar meer nog dan elders de architectuur een grote stempel op de stad. Het is niet overdreven om te stellen dat het geld in Rotterdam in glanzende hoogbouw of ruw beton werd omgezet.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Sorry, Frank, je woont niet in Rotterdam, bent echt niet op de hoogte van wat er in de stad gebeurt en wat je hier schrijft laat dat overduidelijk zien.
Ik woon in Rotterdam, maar vind het wel een goed stuk. Wat vind je er niet goed aan? Ben wel benieuwd.