Explainer
De nieuwe Woonvisie gaat over het Rotterdamse woonbeleid tot 2040, met daarin acties voor de komende vijf jaar. Voor de gemeente een uitgelezen kans om iets aan de wooncrisis te doen. Gaat dat ook echt gebeuren? Woonexpert Teun van den Ende zocht het uit.
Ga direct naar de vragen:
- Wat staat er in de nieuwe Woonvisie?
- Wat is het grootste verschil met de vorige Woonvisie uit 2016?
- Helpt de visie om de woningnood op te lossen?
- Hoe doet Rotterdam het in vergelijking met andere gemeenten?
- Werden Rotterdammers betrokken bij de totstandkoming van de Woonvisie?
- Komt er nu meer ruimte voor wooncoöperaties?
- Wat doet de Woonvisie om dakloosheid te bestrijden?
- Wat doet de Woonvisie tegen huisjesmelkers?
- Heeft Hugo de Jonge nog wat met de Woonvisie te maken?
1. Wat staat er in de nieuwe Woonvisie?
- De Woonvisie zet in de eerste plaats in op meer ‘betaalbare’ woningen, bestaande uit twee categorieën: sociale huur en middensegment (huur en koop). Het streven is nu om 55% ‘betaalbaar’ te bouwen, opgesplitst in 20% sociaal en 35% middensegment.
In 2026 moet dat percentage omhoog naar 65%, opgesplitst in 25% sociaal en 40% middensegment.
In het middensegment moeten er net zoveel koop- als huurwoningen gebouwd worden.
- Met analyses van de vraag naar woningen onderbouwt de gemeente het vergroten van het middensegment. Daaruit blijkt dat met name koopwoningen in het middensegment met een prijs tot €390.000 (prijspeil 2024) schaars zijn. Door de gestegen hypotheekrente azen ook mensen met een iets dikkere portemonnee op deze huizen, zij concurreren met de huishoudens met een middeninkomen. Daarnaast zijn de prijzen van de bestaande voorraad sterk gestegen, onder andere omdat beleggers dit soort woningen op grote schaal opkochten om te verhuren. Overigens werd dat sinds 2022 al in zestien wijken aan banden gelegd.
49% van de woningen ligt financieel binnen het bereik van 61% van de Rotterdammers, dat is onvoldoende
- Hoe zit het met het aandeel sociale huurwoningen? Een rekensom: momenteel bestaat 39% van de Rotterdamse woningen uit een sociale corporatiewoning en zo’n 10% is een ‘sociale’ huurwoning die particulier verhuurd wordt (hoewel dat laatste lastig is vast te stellen omdat de gemeente geen accurate cijfers heeft van de particuliere huurmarkt). Bij elkaar opgeteld gaat het om niet meer dan 49% sociale huurwoningen.
Maar liefst 61% van de Rotterdamse huishoudens heeft een ‘sociaal’ inkomen (12% een middeninkomen en 27% een hoger inkomen). Als slechts 49% van het huidige aantal woningen financieel binnen het bereik ligt van 61% van de Rotterdamse huishoudens, is dat onvoldoende. Toch staat in de Woonvisie dat de sociale voorraad niet wordt uitgebreid, maar ‘op peil’ moet blijven. Omdat het om het absolute aantal gaat en de stad groeit, betekent dat procentueel zelfs een afname. - Behalve maatregelen om te sturen op betaalbaarheid, bestaat de Woonvisie ook uit allerlei andere (bestaande) initiatieven. Denk aan maatregelen tegen discriminatie op de huurmarkt en uitbuiting van huurders, maar ook aan het versnellen van de verduurzaming van bestaande woningen. Vers Beton sprak Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Wonen en Bouwen (D66), en zij trekt wonen veel breder: “We kijken naar de vitaliteit van wijken en de kwaliteit van de bestaande woningen. Het gaat om kwaliteit én betaalbaarheid.”
Nog geen reactie — begin de discussie!