In memoriam
Op 17 december overleed Erik Brus op 60-jarige leeftijd in Rotterdam. Erik was een markante persoonlijkheid en speelde een belangrijke rol in de letteren. Hij laat een gat achter in de Rotterdamse literatuurwereld.
Wij lopen zwijgend door de sneeuw
En gaan, verlaten, uit elkaar.
Hans Sleutelaar
Op dinsdag 17 december 2024 is redacteur en schrijver Erik Brus overleden. Een half jaar daarvoor schoof ik mijn nieuwe boek bij hem door de brievenbus, nadat ik hem vergeefs had proberen te bereiken. De afgelopen dagen hoorde ik dat ook anderen al enige tijd zonder succes contact met hem zochten.
Passionate Magazine
Brus wijdde zijn leven aan de literatuur en was een markante persoonlijkheid in de Rotterdamse letteren. Veel mensen zullen zich zijn slanke, wat stijve postuur herinneren. Wat bedeesd schoof hij tegenover mij in Café De Dijk, om bedachtzaam en met een subtiele humor te vertellen over zijn werk bij Passionate Magazine, waarvan hij vanaf de oprichting in 1994 tot de opheffing in 2013 als eindredacteur de drijvende kracht was. Of om te vertellen over de stukken die hij schreef, vaak over schrijvers uit de jaren ’60 tot ’80, zoals A. Moonen en Riekus Waskowsky, auteurs uit de underground, sommigen met een hang naar de zelfkant van het leven. Velen van hen kende hij persoonlijk of had hij gekend, zoals Jules Deelder, Frans Vogel, en Hans Sleutelaar.
In zijn tijd bij het glossy en strak vormgegeven Passionate Magazine – ooit ‘literair-filosofisch maandblad voor de rusteloze nihilist’ – moedigde Brus vele schrijvers aan bij de eerste stappen in hun literaire carrière, onder wie Alex Boogers en mijzelf, maar ook niet-Rotterdammers als Maartje Wortel en Thomas Heerma van Voss. Als redacteur was hij betrokken, vol ideeën en zorgvuldig. Hoogtepunten waren een Vaandragernummer (2002) en Op de sien (2008). De opheffing van het magazine betreurde hij zeer.
Erik Brus vroeg aandacht voor schrijvers die afrekenden met traditionele literatuur en mooischrijverij
Hoewel Brus in eerste instantie bescheiden overkwam, wist hij heel goed wat hij wilde. Met een enorme drive bleef hij aandacht vragen voor de auteurs van de avant-gardistische tijdschriften De Nieuwe Stijl en Gard Sivik, en hun geestelijke nazaten. Een beweging van auteurs die – in zijn woorden – ‘afrekende met de traditionele literatuur van verheven gevoelens en mooischrijverij.’ Wellicht vereenzelvigde hij zich met die generatie naoorlogse auteurs die in een ruiger Rotterdam hun werk maakten? Maar ook een Rotterdam waar je elkaar makkelijker tegenkwam, in roemruchte cafés en uitgaansgelegenheden. In zijn voorwoord van het nummer Op de Sien noemde hij de Rotterdamse schrijvers uit die tijd ‘eenlingen die tegen de keer in hun vaak weerbarstige werk maakten.’
Brus schreef veel stukken over literatuur, begeleidde een groot aantal auteurs en maakte deel uit van literaire jury’s. Met Laurens Abbink Spaink maakte hij in 2006 de novelization van de film Zwartboek, een project dat hem dierbaar was. Uiteindelijk ontwikkelde hij zich tot de geschiedschrijver van de Rotterdamse letteren. Samen met Fred de Vries publiceerde hij bij uitgeverij Lebowski in 2012 het stevige overzichtswerk Gehavende stad, met de muzikale en literaire geschiedenis van Rotterdam vanaf 1960. Daarbij publiceerde hij ook de bloemlezing Rotterdam, met onder andere teksten van auteurs uit dat overzichtswerk. De laatste publicatie die hij mede-samenstelde was Van de straat? En of! Het beste van Frans Vogel (2017).
Hans Sleutelaar
In 2022 was er bij de organisatie Passionate Bulkboek, dat zich inmiddels vooral bezighield met leesbevordering en educatieve activiteiten, geen plek meer voor Brus. Hij zei dat hij zich volledig wilde wijden aan zijn biografie van de dichter Hans Sleutelaar die in juni 2020 overleed. In diens laatste maanden in het zorgcentrum en het verpleeghuis voerde Brus met dat doel nog lange gesprekken met Sleutelaar over zijn leven. Midden in de coronacrisis was hij zelfs een poosje door Sleutelaar aangewezen om als enige bij hem op bezoek te gaan.
Brus laat een gat achter in het kwetsbare weefsel van de Rotterdamse literatuur
Een volledig bestaan als freelancer viel Brus zwaar. De beperkingen van de coronatijd zullen hierbij een rol gespeeld hebben. Na zijn dood werd bekend dat hij in het voorjaar van 2023 een ongeluk heeft gehad, waarop een moeizame revalidatie volgde. Hij deelde dit met bijna niemand. Hoewel hij met zovelen had samengewerkt, trok hij zich vanaf 2023 steeds meer terug. Aan uitgever Pieter Kers e-mailde hij eind september 2024 nog wel dat hij enthousiast was over Het Bultboek, over de door hem geliefde Rotterdamse auteur Peter Bulthuis. Maar hij werd gemist bij de boekpresentatie. Krap drie maanden later maakte Erik Brus een einde aan zijn leven, een gat in het kwetsbare weefsel van de Rotterdamse literatuur achterlatend.
Eind 2022 vertelde Brus mij dat het eerste deel van de biografie van Sleutelaar zo goed als voltooid was. Hij wilde een zakelijke, journalistieke stijl aanhouden en niet iedereen kon zich daarin vinden. Wat er daarna precies gebeurd is met Erik, moet ik met vrienden, familie, schrijvers en mensen uit de Rotterdamse letteren bij elkaar zien te puzzelen. Misschien dat dit gezamenlijke gesprek helpt om het gemis van deze stille verbinder betekenis te geven.
Reactie Vers Beton
Ik heb samen met Erik enkele keren in een jury gezeten. Ik leerde hem kennen als een zachtaardige, lieve man met een groot hart voor de Rotterdamse letteren. Hij schreef twee keer een stuk voor Vers Beton, over Rotterdammers die de stad literair op de kaart hebben gezet. Namens de redactie van Vers Beton wens ik familie, vrienden en nabestaanden veel sterkte met het verwerken van dit verlies.
Eeva Liukku, hoofdredacteur Vers Beton
Lees ook
Steun onafhankelijke journalistiek
Tot en met 31 december word je lid van Vers Beton met flinke korting
Al één reactie — discussieer mee!
Erik heeft zijn eigen ambities als schrijver van fictie terzijde geschoven om zich in de Rotterdamse letteren te wijden aan het stimuleren van talent en het vastleggen van de rijke historie. De dienende rol lag hem goed, maar maakte hem ook minder zichtbaar dan hem toekwam. Dat valt postuum misschien nog een beetje goed te maken.