Kunsthistoricus Sandra Smets presenteert op vrijdag 8 september haar boek ‘De vuurvogelgeneratie. Kunstenaars in een verwoeste stad’. In samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen
Het is 14 mei 1940, iets voor half twee in de middag, als Duitse gevechtsvliegtuigen de binnenstad van Rotterdam in lichterlaaie zetten. Tussen de puinhopen zoeken kunstenaars in de dagen erna vergeefs naar hun atelier. De woede is groot, maar al gauw blijkt dat het weggevaagde centrum ook kansen biedt, tenminste voor wie niet Joods of communist is. Terwijl het kunstleven opbloeit en de stad als een feniks uit de as herrijst, is er voor deze kunstenaars geen plek meer in de samenleving.
De vuurvogelgeneratie schetst beslist geen compleet beeld van de Rotterdamse kunstwereld tijdens de bezettingsjaren, maar zoomt in op een tiental kunstenaars die zich ieder op hun eigen manier tot het bombardement en de nationaalsocialistische cultuurpolitiek verhielden. Het boek maakt zo vooral de uiteenlopende dilemma’s invoelbaar die tijdens de oorlog speelden, pijnlijke keuzes waarvoor na de oorlog, in het licht van de wederopbouw, lange tijd geen aandacht was.
Sandra Smets (1970) is kunsthistoricus en schrijft over beeldende kunst voor verschillende media en publicaties, onder meer over kunst in de openbare ruimte. Ze werkte ruim tien jaar bij het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam en is sinds 2006 medewerker beeldende kunst bij het NRC Handelsblad. In 2018 was ze als gastconservator betrokken bij de tentoonstelling ‘Boijmans in de oorlog. Kunst in de verwoeste stad’ in Museum Boijmans Van Beuningen. In samenwerking met dit museum begon ze een vervolgonderzoek naar kunstenaars in Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Over die turbulente geschiedenis gaat haar boek ‘De vuurvogelgeneratie’.